Draadomroep of radiodistributie. Decennia lang was dit voor veel Nederlanders en ook voor Boskopers dé manier om naar radio te luisteren. Voor veel mensen was de aanschaf van een eigen radiotoestel een brug te ver. De radiotoestellen kostten toen ongeveer 250 gulden. Dat is omgerekend naar vandaag de dag ongeveer 4000 euro.

De draadomroep was een prima alternatief. Via een kabeltje kwamen de radioprogramma’s je huis binnen. Je hoefde alleen maar een geluidsbox en een schakelaar te monteren en je had radio met een redelijke ontvangst. Vaak beter dan die van een radio.

Eigenlijk was de draadomroep de voorloper van de kabeltelevisie (centrale antenne-inrichting), kabelnetten en de digitale netwerken voor kabelinternet.

februari 1930: Boskoper dient aanvraag in

Boskoop had draadomroep van 25 november 1931 tot 1 oktober 1968. Op 8 februari 1930 vergaderde de gemeenteraad van Boskoop er voor het eerst over. De gemeente had een brief van de PTT ontvangen met een voorstel voor de inrichting en exploitatie van een radiodistributiecentrale. Boskoper H. Wolleswinkel had al een aanvraag ingediend om het netwerk te gaan exploiteren.  Hij zou gaan samenwerken met de Philips Maatschappij, aldus een verslag in de lokale krant.

De gemeenteraad zag nog teveel beren op het pad en het voorstel werd verworpen. Wolleswinkel liet het er niet bij zitten. Samen met C. van der Kley diende hij namens 600 Boskopers een petitie in om alsnog een vergunning te verstrekken. De raad ging, na een lange discussie, alsnog akkoord. Op 30 juni 1930 mochten zij een radiodistributiecentrale gaan oprichten.

Kastje aan achterzijde woning

De aansluitingskosten waren 16 gulden. Daarvoor werd aan de achterzijde van de woning een kastje gemonteerd dat was verbonden aan de draad (kabel) die in heel Boskoop was getrokken. De kabel werd naar binnen geleid en aangesloten op een grote geluidsbox die uiteraard centraal in de woonkamer stond. De toekomst was gearriveerd. Zeker in het begin zaten hele gezinnen rond de box om niets te hoeven missen.

Het abonnement kostte 50 cent per week of 2 gulden in de maand. Voor dat geld waren vier radiozenders te horen in de Boskoopse huishoudens: Hilversum 1 en 2 en twee andere zenders.

Boskoop was hiermee overigens helemaal niet zo snel. De eerste centrales verschenen in de twintiger jaren in de Zaanstreek. Vanaf 1927 hield de Rijksoverheid toezicht op de centrales en was de uitvoering bij de PTT ondergebracht.

Tweede Wereldoorlog: radio’s verboden

In de Tweede Wereldoorlog werd het bezit van radio’s verboden. De radiodistributie was voor de bezetter veel makkelijker te controleren. Alleen goedgekeurde programma’s mochten worden uitgezonden. De bezetter bepaalde bovendien dat alle radiodistributienetten bij staatsbedrijf de PTT werden ondergebracht. Dit bleef na de oorlog zo.

Vanaf 1958 plaatste de PTT in nieuwe woningen standaard een aansluitpunt voor de draadomroep. Het aantal zenders nam toe, maar steeds meer mensen gaven de voorkeur aan een eigen radiotoestel en het aantal abonnees nam af. Op 31 januari 1975 werd het laatste radiodistributienet gesloten.

In Boskoop was toen allang het doek gevallen voor de Boskoopse radio distributiecentrale. Dat gebeurde op 1 oktober 1968. Op die datum werd geen signaal meer doorgegeven en werd ook het distributietoestel in het gemeentehuis weggehaald.